De moderne elektronische zakrekenmachines maken het mogelijk om op een simpele, snelle en secure manier een heel gamma aan bewerkingen uit te voeren. Dit kan niet gezegd worden van hun mechanische voorlopers. Deze waren meestal goed voor één of een beperkt aantal bewerkingen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat men verschillende hulpmiddelen ging combineren. Een rekenschuif is heel handig om op te tellen of af te trekken, maar nogal omslachtig om bijvoorbeeld te vermenigvuldigen. Troncet voegde daarom bij zijn arithmographe een tabellenboek toe. Tabellenboeken van Jean Bergmann, Wilken Wilkenson … werden dan weer uitgerust met een kleine rekenschuif.
De sorotaku van SHARP kan eerder gezien worden als een manier om de plotse overgang van het rekenen met een abacus naar een elektronische rekenmachine te verzachten.
Het combineren van twee of meer dezelfde of gelijkaardige machines droeg ook bij tot het sneller rekenen.
ARITHMOGRAPHE TRONCET, Libraire Larousse (Parijs, Frankrijk), 1889 … 1914
In deze “vroege” versie van de arithmographe van Troncet is al een tabellenboek met de tafels van vermenigvuldiging van 0 tot 999 opgenomen. Een rekenschuif laat immers enkel toe om vlot op te tellen en af te trekken. Tussenresultaten konden genoteerd worden op de zwarte velden boven, resp. onder de uitleesvensters en op de kaft van het tabellenboek.
Collectie: E. Smet (item 141)
Universal Calculator, Jean Bergmann - CBR (Berlijn, Duitsland), 1923
De rode stempel op het titelblad geeft aan dat het belangrijk was producten te beschermen (patent …). Soms leidde onenigheid hierover tot processen waarvan de uitspraak bijvoorbeeld op deze wijze aan de klanten werd gecommuniceerd.
Collectie: E. Smet (item 129 & 152)
Addimult, Multi-Divi en Addiator (Vikarby, Zweden en Berlijn, Duitsland), 1946
Het tabellenboek bevat naast de tabellen om getallen te vermenigvuldigen ook nog tabellen voor het berekenen van procenten, kwadraten, vierkantswortels en logaritmen. Het boek werd door Wilken Wilkenson in Zweden gemaakt voor addiator.
Collectie: E. Smet (item 52)
SHARP EL-428 (Japan, Zuid-Korea), 1978-1985
Collectie: E. Smet (item 287)
A.W. FABER-CASTELL-Addiator 1/22A (Berlin & Stein, Duitsland), na 1935
Dit type rekenlat is speciaal ontworpen voor handelaars die met Engeland en Amerika handeldreven. Achteraan is er een zeer compacte Addiator Universal in de rekenlat verwerkt.
Collectie: E. Smet (item 364)
FABER-CASTELL 67/54Rb (Wolfach & Stein, West-Duitsland), 1958-1976
Bij de tweede generatie hybride rekentoestellen vormde de rekenlat in plastic de achterwand van de metalen rekenschuif.
Collectie: E. Smet (item 364)
Brunsviga D13Z-1 (Brunsviga-Maschinenwerke Grimme, Natalis & Co A.-G., Duitsland)(ca. 1939)
Deze coördinatenrekenmachine was bedoeld om tijd te besparen bij het berekenen van coördinatentransformaties in een tweedimensionaal vlak, zoals dat bijvoorbeeld nodig is bij het omrekenen van coördinaten voor een kadaster, landmeetkunde, of voor trajectberekeningen voor artillerie. Het zijn eenvoudigweg twee penwielmachines met dezelfde hoofdas, zodat de ingestelde getallen in één keer vermenigvuldigd kunnen worden met een gemeenschappelijke factor. Tussen beide machines zit een aandrijving met twee sets kegelvormige tandwielen, die toelaten om de draairichting van de linker machine tegenover de rechter om te keren – dat is uiteraard belangrijk als de y-coördinaat negatief is.
Vaak gebruikten deze coördinatenomrekeningen dezelfde factoren. Daarom is de machine voorzien van een “constanteninrichting” – de constantenplaat kan met het bijgevoegde sleuteltje ingesteld worden op een constante (bijvoorbeeld een bepaalde sinus of cosinus die in opeenvolgende berekeningen veelvuldig voorkomt) – door de plaat op de rails te leggen en naar beneden te trekken wordt dan de op de plaat ingestelde constante overgebracht naar het instelwerk van de machine. Het bij de hand hebben van een bibliotheek van vooraf ingestelde constantenplaten kon het coördinatentransformatiewerk behoorlijk versnellen.
Om geen fouten te maken werden voor dit soort berekeningen vaak voorgedrukte formulieren gebruikt die een soort algoritme vooropstelden dat degene die de machine bediende eenvoudigweg moest volgen.
Bij gebruik in artillerieberekeningen bestond een (Brits) “Computing Centre” uit een korporaal, vier soldaten en twee rekenmachines. Een kanon werd uiteraard niet afgevuurd vóór beide teams exact dezelfde elevatie hadden uitgerekend… Een vroege implementatie van het four-eyes principe – measure twice, cut once, of in dit geval, calculate twice, fire once!
Collectie: C. Vande Velde