Rond het midden van de jaren 60 kwam aan de ontwikkeling van mechanische rekenmachines een abrupt einde, de enkele uitzondering die het tot in de jaren ’70 uitzong niet te na gesproken. Sommige stock bleef onverkocht en jaren bewaard in de originele doos, andere machines werden gekocht door bedrijven en zelfs nooit uitgepakt. Dit soort machines vormen een echte teletijdmachine naar het midden van de jaren ‘60 en het begin van de jaren ‘70.
Schubert, Rastatt, Duitsland, 1963
De Schubert E werd ontwikkeld in 1963 als handbediende tientoetsenmachine met een moderne ergonomische vormgeving. Tot 1966 werden er 500 exemplaren gebouwd, waarvan de meeste nooit verkocht zijn. Een lot van 20 onverkochte machines kwam in de 21e eeuw ter beschikking en vond gretig afname bij verzamelaars.
Collectie: C. Vande Velde
s/n 172141, Schubert, Rastatt, Duitsland, ca. 1969
De Schubert DRV is een van de beste mechanische rekenmachines die ooit ontworpen is. Het is een verbeterde versie van de Thales machine, ontworpen door Emil Schubert nadat hij was vertrokken als zaakvoerder bij Thales en zijn eigen bedrijf had opgericht. Het is dus een soort van Thales 2.0. De DRV werd gebouwd vanaf 1952 tot het einde van de productie en verkoop in 1973. De machine loopt bijzonder licht, heeft éénhandbediening en een kubeerinrichting om het resultaat terug te stellen in het invoerregister. De enige kritiek is dat, na tientallen jaren stilstand, de plastic getalwieltjes van het instelcontroleregister soms vast komen te zitten op hun as door verharste olie. Met wat solvent is dat echter makkelijk te verhelpen. Deze machine is na aankoop schijnbaar zelfs nooit uit de doos gehaald en werkt perfect.
Collectie: C. Vande Velde
TRS, Zagreb, Joegoslavië, 1969
Een van de laatst ontwikkelde mechanische rekenmachines was de Calcorex van de joegoslavische firma TRS. Dit toestel werd op de markt gebracht in 1969 (!) en met het flamboyante design van Davor Grünwald is het een stijlicoon van de jaren zeventig in de nadagen van de mechanische rekentechniek.
Collectie: C. Vande Velde
Schetmash fabriek, Kursk, USSR, 1978
Felix machines, genaamd naar Felix Dzerhzinski, ontstonden in de Sovjet-Unie uit de verhuis na de Russische revolutie van de productiemachines van de Odhner fabriek van St. Petersburg naar Moskou. Later verhuisde de productie naar Kursk, in de Schetmash fabriek.
Er werden mechanische rekenmachines gebouwd tot 1978 en geleverd tot 1981 (dit exemplaar!). Uiteraard werden die dan ergens in een kast gezet en nooit uitgepakt. Het waarschuwingslabel op de doos specifieert dat het zeer belangrijk is de machine te laten opwarmen tot kamertemperatuur vooraleer de doos te openen. Dat is zeker zo bij levering in een Siberische winter. De kwaliteit van deze late machines is op zijn zachtst gezegd twijfelachtig.
Collectie: C. Vande Velde
KOVO, Praag, CSSR, ca. 1978
Ook in Tjechoslowakije bestond een levendige exportmarkt van rekenmachines naar de bevriende Oostbloklanden. Deze nog in het originele styrofoam verpakte Nisa K5 zit nog in de originele doos, met de plastic afdekking om ze te beschermen tegen stof, de hendel voor handbediening, de handleiding en het boekje met service-adressen. Dat laatste is gedrukt in … 1984!
Collectie: C. Vande Velde
Luc Hoorelbeke, Bouwel, 1972
Deze elektronische rekenmachine maakt deel uit van een kit gebaseerd op de eerste “Calculator-on-a-chip” van MOSTEK, de MK5010P. De ingenieur die deze chip kocht (in Amerika, via connecties binnen het bedrijf waar hij werkte), moest al de rest van de machine zelf bij elkaar zoeken, ontwerpen en assembleren, maar dat had hij er graag voor over! Het toetsenbord is zelfgegoten in siliconen en de kast (in glasvezelversterkt polyester) is eveneens eigenbouw. Alle PCB’s zijn zelf ontworpen en de componenten zijn er eigenhandig opgesoldeerd. De datumcode op de chip geeft een productiedatum van november 1972. Met een volle batterij doet de machine het nog steeds. Maar deze relatief goedkope machines waren na bijna 350 jaar de doodsteek voor het mechanisch rekenen en het echte begin van het computertijdperk.
Collectie: L. Hoorelbeke
Deze prijslijsten en prospectussen illustreren de snelle opgang van de elektronische rekenmachine die snel, stil en onderhoudsvrij was, in tegenstelling tot de lawaaierige mechanische machines. De Toshiba prijslijsten werden bij Modern Office wekelijks aangepast, en het handgeschreven briefje geeft aan dat op den duur zelfs halverwege de week aanpassingen aan de prijzen gebeurden.
Collectie: P. Vlerick
Twee generaties elektronische rekenmachines: HP-41CX (1983-1990)/TI 66 (1983-1988) (programmeerbaar) en HP 48GX (1993-2003)/TI 92 (1996-1997) (programmeerbaar, grafisch, met CAS).
Collectie: P. Levrie
Hong Kong, 1960-1970
Deze rekenschuif heeft een heel eenvoudig constructie met een metalen voorzijde (meestal goud of zilverkleurig) en een plastic achterzijde (zwart of rood). Beide delen worden samengehouden door 6 holle klinknagels. De schuif kan gebruikt worden voor het optellen, aftrekken en vermenigvuldigen tot 9.999.999. Deze toestellen worden nog regelmatig in hun originele verpakking op gespecialiseerde websites en beurzen aangeboden.
Collectie: E. Smet (item 181)
Er zijn door de Expertisecel technologisch, wetenschappelijk en industrieel erfgoed (ETWIE) van een aantal verzamelaars in Vlaanderen ook korte introductiefilmpjes gemaakt over belangrijke stukken in hun verzameling - Dit is Serge Devidts, over enkele van zijn elektronische rekenmachines:
De Anita Mk7
Friden 112
Olivetti P102
Alle rechten: ETWIE